e-health en healthtech

Naast de opstart van de ontwikkeling van een volledig geïntegreerd digitaal patiëntendossier dat samen met partnerziekenhuizen, huisartsen en andere verwijzers uit de regio ingezet zal worden, ontwikkelden en testten de UZA-teams ook in 2017 verschillende nieuwe toepassingen in e-health of mobile health.
Het UZA investeerde ook in ideeën die buiten de ziekenhuismuren ontstonden. Het zette in 2017 een validatieproces voor medische applicaties op. Daarnaast trok het UZA haar rol in het BlueHealth Innovation Center verder open: Sinds 2017 kunnen i-starters niet alleen rekenen op coaching en ondersteuning van het UZA bij het testen van hun concept in de praktijk, het UZA participeert ook in de funding van i-starters.

Onze visie
De diensten cardiologie, neurologie en het multidisciplinair oncologisch centrum Antwerpen (UZA en AZ Monica) kregen financiële steun voor hun innovatieve e-health-projecten van de minister van Volksgezondheid Maggie De Block in het kader van de... Lees meer

De diensten cardiologie, neurologie en het multidisciplinair oncologisch centrum Antwerpen (UZA en AZ Monica) kregen financiële steun voor hun innovatieve e-health-projecten van de minister van Volksgezondheid Maggie De Block in het kader van de projectcall Mobile Health. De drie teams haalden knappe resultaten in het aantonen van de haalbaarheid en de meerwaarde van het monitoren van op afstand van een aantal van hun patiëntengroepen. Het team beroertezorg ging in 2017 ook na of het mogelijk is om al voor de aankomst van de patiënt met een beroerte in het ziekenhuis, aan de slag te gaan met de data verzameld tijdens het transport. In de praktijk zorgde het voor snellere beslissingen over welke type behandeling bij de patiënt het meest aangewezen is. Het vlotter kunnen stellen van een precieze diagnose en het sneller over kunnen gaan tot een gerichte behandeling leidt tot een betere prognose bij beroertepatiënten.

Lees minder

"Samen met patiënten, zorgpartners, overheden en ondernemers werken aan een virtuele gezondheidszorg"

Na telemonitoring, e-health en mobile health, deed in 2017 ook de term healthtech zijn intrede. Gedelegeerd bestuurder Johnny Van der Straeten en prof. dr. Guy Hans, medisch directeur van het UZA en coördinator van het pijncentrum, lichten toe wat deze ontwikkelingen kunnen betekenen voor de gezondheidszorg, maar ook welke voorwaarden ingevuld moeten worden om tot duurzame innovatie te komen. Ze vertellen meer over hoe het UZA inspeelt op creatieve ideeën die de patiënten een betere zorg en gezondheid kunnen opleveren. Ideeën die zowel binnen als buiten de muren van het UZA ontstaan. 

Healthtech is een verzamelnaam voor technologie – van software, hardware tot devices als sensoren – die voornamelijk ontwikkeld wordt voor de opvolging van gezonde mensen. Het heeft als doel mensen preventief te laten inspelen op het beschermen van hun gezondheid. Dat waar e-health en mobile health koepeltermen vormen voor toepassingen die ontwikkeld worden voor mensen die reeds geconfronteerd zijn met een aandoening zoals chronische pijn, kanker of hartlijden. Door hun gezondheidstoestand vanop afstand op te volgen, kan je als zorgverlener inspelen op bijvoorbeeld acute verslechteringen maar ook op aspecten als therapietrouw. Bij chronische aandoeningen zoals nierfalen of hartproblemen, is het strikt nemen van medicatie immers van cruciaal belang voor de patiënt. Toch blijft therapietrouw een van de grootste uitdagingen van een gezondheidszorg die geconfronteerd wordt met een toename aan chronische en vaak levenslange ziekten. Een andere mogelijkheid die e-health biedt, is het systematisch en accurater opvolgen van neveneffecten van behandelingen – denk aan bijvoorbeeld chemotherapie. “De zorgverleners hoeven niet langer afhankelijk te zijn van feedback tijdens de ziekenhuisbezoeken. Een patiënt ervaart op dat moment mogelijks minder bijwerkingen, of filtert misschien ook zijn reacties. Via een app kan een patiënt op elk moment doorgeven welke klachten hij door de behandeling ervaart. Zo kan de therapie bijgesteld worden”, duidt prof. Hans.

Vlotter overgaan tot diagnose en behandeling

“We weten intussen dat de toepassingen van e-health breed inzetbaar zijn. Naast de meer conventionele disciplines zoals de cardiologie, waar onder meer de werking van medical devices als pacemakers continu gemonitord worden, wordt het inmiddels ook gebruikt binnen disciplines als de gynaecologie voor bijvoorbeeld  het opvolgen van risicozwangerschappen en het vroeg detecteren van zwangerschapsvergiftiging.”
Een van de belangrijkste recente ontwikkelingen die het UZA toepast, is het mogelijk maken van de opvolging van patiënten met een beroerte tijdens hun vervoer naar het ziekenhuis. “Beeldvorming en andere data die in de ziekenwagen verzameld zijn, worden al doorgestuurd naar het neurologie-team in het ziekenhuis. Zodat het team al voor de aankomst van de patiënt een preciezere diagnose en inschatting van de ernst van de beroerte kunnen maken. En de meest geschikte behandeling al kunnen voorbereiden nog voor de patiënt het ziekenhuis bereikt heeft. Tijd speelt immers een belangrijke rol in de prognose van beroertepatiënten. Naast de verbetering van de overlevingskans, is er een belangrijke correlatie tussen het tijdsverloop tot aan de behandeling en het vermijden van blijvende gevolgen voor de patiënt.”

Het virtueel ziekenhuis

“Het maakt deel uit van de evolutie naar een virtueel ziekenhuis”, zegt prof. Hans. “We gaan patiënten op langere afstanden en zelfs in het buitenland opvolgen.  Die dynamische opvolging zal nodig zijn om de groeiende groep aan mensen met een chronische aandoening een betere zorg en een betere levenskwaliteit te kunnen bieden. We willen betere uitkomsten bekomen en geven de mensen een stukje van hun vrijheid terug. Daarnaast proberen we als sector een werkbaar model voor de stijgende zorgvraag op te zetten.”
Die transitie naar een virtueel ziekenhuis vergt echter ook heel wat aanpassingen binnen de ziekenhuismuren. Een belangrijke investering in dit kader is het nieuwe EPD, dat een centrale verzamelplaats vormt en de nodige bescherming biedt voor deze gevoelige data. “Maar de juiste IT-infrastructuur hebben volstaat niet. Iemand moet natuurlijk naar al die data kijken, de gegevens interpreteren en aangeven wat er mee moet gebeuren. De patiënt verwacht dit ook, en terecht. De data moet – mogelijks in een beperkte vorm – ook ontsloten worden voor de zorgverleners van de patiënt die niet verbonden zijn aan het UZA, en dat 24/7. Om die reden betrekken we ook vandaag al de huisartsen uit de regio in de ontwikkeling van het EPD.”
Johnny Van der Straeten vult aan: “Het EPD wordt een volledig geïntegreerd dossier dat samen met partnerziekenhuizen en huisartsen uit de regio gebruikt kan worden. Er zal binnen ons EPD immers een module voor huisartsen voorzien worden waarvan zij gebruik kunnen maken voor het opvolgen van gemeenschappelijke patiënten. Dat zal onder meer leiden tot een verdieping in de communicatie en een vlottere uitwisseling van informatie tussen de zorgverleners van de eerste tot de derde lijn, wat uiteraard de zorg voor de patiënt ten goede komt.”
Door de verschuiving naar chronische zorg, is het immers nog aftasten wie welke rol op zich neemt in bijvoorbeeld  de educatie aan de patiënt over een aangepaste levensstijl. Of welke ondersteuning geboden kan worden bij klachten verbonden aan een langdurige ziekte, zoals huidklachten bij kankerpatiënten.

i-starters coachen en steunen

Het UZA zet ook in op ideeën van anderen. “Onze expertise leidt tot boeiende nieuwe ontwikkelingen. Maar innovatie – en zelfs disruptieve innovatie – binnen de gezondheidszorg hoeft zeker niet alleen van zorgprofessionals te komen. We willen net jonge starters binnen een ander expertisedomein aantrekken, om samen met ons te ontdekken wat de digitalisering voor patiënten kan betekenen”, zegt Johnny Van der Straeten. Het UZA is een van de stichtende leden van het BlueHealth Innovation Center, dat een incubator wil zijn voor i-starters in de gezondheidszorg. “Het is een samenwerkingsverband tussen zorgorganisaties, kennisinstellingen, overheden zoals Stad Antwerpen, maar ook softwarebedrijven als Microsoft. Het heeft als opzet ondernemerschap binnen de gezondheidszorg te stimuleren en jonge ondernemers naar onze sector te leiden. Dat begint al door te focussen op jongeren, want zij zijn een belangrijke bron van creativiteit. Jaarlijks screenen we 1.000 ideeën van studenten. Bedoeling is om de beste ideeën samen met deze jongeren te vertalen naar een concept dat in de praktijk getest kan worden en vervolgens kan uitgewerkt worden tot een duurzaam initiatief voor onze sector en haar patiënten. Het UZA is actief betrokken in die toetsing in de praktijk, alsook in het uitwerken van hun business model. Tijdens die coaching en validatieprocessen, doen we aan een belangrijke kwaliteitscontrole. E-health – en bij uitbreiding healthtech – zal de gezondheidszorg op termijn beter maken met minder of evenveel middelen. We zullen sneller preciezere diagnoses kunnen stellen, chronische patiënten vanop afstand kunnen opvolgen, innovaties zoals beslissingsondersteuning zullen er toe leiden dat er bijvoorbeeld minder overbodige medische beeldvorming zal gebeuren, en we zullen komen tot betere therapietrouw. Maar we blijven erover waken dat er geen technologie voor de technologie wordt ontwikkeld. De innovatie moet minstens even goede of betere resultaten geven dan de klassieke behandelwijze. De patiënt moet een aantoonbare meerwaarde ervaren.”

Ecosysteem rond duurzame innovatie in de zorg

In 2017 is het UZA ook ingestapt in de funding van i-starters door BlueHealth Innovation Center. “We willen starters met een sterk idee een kans geven, door onze kennis en ervaring met hen te delen en hen ook financieel een duwtje in de rug te geven. Op die manier hebben we in 2017 enkele boeiende starters succesvol naar de markt kunnen brengen, zoals bijvoorbeeld de ontwikkelaars van een toepassing die dialysepatiënten helpt bij de opvolging van hun behandeling en hen stimuleert in hun therapietrouw. Als universitair centrum nemen we onze rol op in het uitbouwen van een ecosysteem in de regio rond een toekomstgerichte gezondheidszorg, samen met de overheden, andere kenniscentra en commerciële organisaties. Om het te realiseren, hebben we mekaar nodig.”

Accuraatheid en veiligheid gegevens

De mogelijkheden van e-health zijn dus nog volop in ontwikkeling. Niet alleen het toepassingsdomein, ook de gebruikersgerichtheid. “Patiënten nemen het voortouw in de ontwikkeling van nieuwe toepassingen”, weet prof. Hans. “Zij leveren waardevolle feedback over de bruikbaarheid van de toepassingen. Als de toepassingen werkelijk een meerwaarde voor ons systeem van gezondheidszorg willen bieden, moeten ze duurzaam zijn. Duurzaam in de zin van: de patiënt moet bereid zijn de applicatie geruime tijd en soms zelfs levenslang te gebruiken. Als de patiënt aangeeft dat dat niet realistisch is door bijvoorbeeld de te complexe of omslachtige uitvoering, dan moet er bijgestuurd worden. Andere sectoren zetten al langer in op die feedback en op technieken die toelaten om inzichten te verwerven uit het reële gedrag van hun gebruikers. Om zodoende hun producten te verbeteren. De toepassingen binnen de gezondheidszorg nemen bijvoorbeeld technieken over uit de gamesector voor een grotere gebruikersgerichtheid.”

Om van een veelbelovende ontwikkeling tot een duurzame toepassing te evolueren, moet er uiteraard ook voldaan worden aan de wettelijke bepalingen rond data en privacy. “Als experten kunnen we vrij snel een inschatting maken welke applicaties tot accurate gegevens leiden. De apps en telemetrietoepassingen moeten voldoen aan de zwaarste normen voor medical devices”, duidt Prof. Hans.
“Centraal staat uiteraard ook de privacywetgeving en de bescherming van data. Wat gebeurt er met de data? Gaat deze rechtstreeks naar de zorgverleners? De veiligheid van de weg die de data aflegt, is heel belangrijk.”

Voor mij draagt dit bij tot de zorg van de toekomst

Er zijn momenteel 8 stemmen

 

3

 

2

 

1

 

1